7 oktober 2024
Op 7 oktober 2024 heeft de landschapstafel een brief gestuurd aan het bestuurlijke overleg MIRT Oude Lijn. Binnen dit overleg werken het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, de provincie Zuid-Holland, de Metropoolregio Rotterdam Den Haag, ProRail en de gemeenten Leiden, Den Haag, Schiedam en Dordrecht aan onder meer de spoorverdubbeling tussen Schiedam en Delft. Met de brief vraagt de landschapstafel BPL aandacht voor een goede inpassing van de spoorverdubbeling. Ook is een brief met gelijke strekking verstuurd aan de Bestuurscommissie Vervoersautoriteit van de Metropoolregio Rotterdam-Den Haag.
De landschapstafel BPL werkte de afgelopen maanden al nauw en constructief samen met de projectgroep van ProRail rondom de opgave van de spoorverdubbeling. Hierbij staan nut en noodzaak van de spoorverdubbeling niet ter discussie. Wel pleit de landschapstafel ervoor om investeringen in mobiliteit te koppelen aan investeringen in het landschap. Dat betekent ook dat noodzakelijke ingrepen met negatieve effecten op de kwaliteit van dat landschap worden gecompenseerd.
De landschapstafel BPL vindt het belangrijk dat de gezamenlijke overheden en gebiedspartijen zich inzetten voor het belang van de toekomstbestendige en leefbare zuidelijke Randstad. Daarbij zijn de waarden van landschap, recreatie, robuuste natuur en vitale streekgebonden landbouw voor het BPL Midden-Delfland van cruciaal belang. Die waarden mogen niet afnemen maar zullen per saldo in kwaliteit moeten toenemen. De landschapstafel BPL verzoekt dan ook met de brief aan het bestuurlijk overleg MIRT Oude Lijn om te kiezen voor een duurzame inpassing van de spoorverdubbeling. Gevraagd wordt om daarbij de ontwikkelingsuitgangspunten en ontwerpprincipes te hanteren die landschapstafel heeft uitgewerkt in het document Gebiedsgerichte Opgave BPL Midden-Delfland. Aanvullend vraagt de landschapstafel om inzicht in de benodigde middelen en realisatiekansen van maatregelen die de kwaliteit van het landschap versterken bij de verschillende oplossingsrichtingen.
Op 7 oktober 2024 is er ook een brief gestuurd aan Bestuurscommissie Vervoersautoriteit van de Metropoolregio Rotterdam-Den Haag. Ook in deze brief wordt de noodzaak van een goede inpassing van de spoorverdubbeling onder de aandacht gebracht en wordt het document Gebiedsgerichte Opgave BPL Midden-Delfland aangeboden met het verzoek dit in de besluitvorming aangaande de MIRT-verkenning Oude Lijn mee te nemen.
15 november 2024
Op vrijdag 15 november vond de tiende editie van de Rotterdamse werkplaats voor het stadmaken plaats: het Stadmakerscongres 2024. Op het congres werd het Bijzonder Provinciaal Landschap Midden-Delfland goed voor het voetlicht gebracht.
7 november 2024
Het rapport Entreegebieden BPL Midden-Delfland is afgerond. In dit rapport is de recreatieopgave voor het bijzonder provinciaal landschap in beeld gebracht. Het rapport bevat een analyse van de recreatieopgave en biedt een ontwikkelingsperspectief voor vier entreegebieden.
4 november 2024
Als opening van het academisch jaar is begin september een groep van 60 studenten onder leiding van landschapsarchitect-professor Adriaan Geuze en begeleid door een team van docenten aan het schetsen geslagen. De opdracht was ‘radicale verbindingen’ te ontwerpen waarmee het landschap van Midden-Delfland echt goed en aantrekkelijk bereikbaar wordt voor de ruim tweemiljoen stedelingen die eromheen wonen.
25 september 2024
Op 25 september begeleidde polderarchitect Ben Kuipers een excursie van de Community of Practice van vereniging Deltametropool door Midden-Delfland.
14 juni 2024
Op 14 juni bezochten de bestuurders en ambtenaren het nieuwe zuivelgebouw op Hoeve Bouwlust te Maasland. Een gebouw met grote ramen zodat bezoekers het zuivelproces van dichtbij kunnen volgen. Binnenkort wordt hier ook een nieuwe melkverwerkingslijn geïnstalleerd met meer capaciteit. Het ambacht van zuivel maken blijft behouden maar er het werken wordt efficiënter en minder arbeidsintensief. Zo kan er beter worden ingespeeld op de vraag van de klanten. Bijvoorbeeld meer frisse kwark en karnemelk bij warm weer en meer chocolademelk als het koud is.